De zin en onzin van nieuwe organisatievormen

Het is de laatste tijd onrustig in de organisatiekunde. Na jaren waarin de business unit-organisatie dominant was, buitelt nu het ene nieuwe organisatieconcept over het andere. Het moet zelfsturend of holocratisch of multidimensioneel. Sommigen hebben een bijna religieuze overtuiging dat alles wat nieuw is beter is, anderen zijn doodsbang het kind met het badwater weg te gooien. Historische duiding kan dan helpen om te begrijpen wat er aan de hand is. Daarom ontwikkelde ik dit schema, dat een historisch overzicht geeft van organisatievormen. De kern ervan is dat de business unit-organisatie prima past bij de industriële maatschappij waarin informatie een dure ‘grondstof’ was.  In de informatiemaatschappij zijn andere organisatievormen mogelijk omdat informatie goedkoop is geworden. Bovendien brengen organisaties ook informatieproducten voort zoals games en apps. Het productieproces voor deze informatieproducten vraagt ook om andere vormen. Als startpunt heb ik 1923 gekozen: de eerste volledige implementatie van de business unit organisatie door General Motors. Vandaar uit ontwikkelen zich allerlei nieuwe organisatieconcepten.

Enkele gemeenschappelijke kenmerken van nieuwe organisatievormen zijn direct verbonden met nieuwe mogelijkheden van informatie:

–       Van hokjes naar processen. Waar vroeger geprobeerd werd om organisaties zoveel mogelijk in hokjes in te delen die zichzelf moesten optimaliseren, wordt nu juist geprobeerd die hokjes te doorbreken en het geheel te perfectioneren. Informatie speelt hierbij een grote rol omdat informatie vroeger aan afdelingen werd gekoppeld (haalt een afdeling de targets?) terwijl tegenwoordig informatie op procesniveau beschikbaar is.  Dat maakt het mogelijk de vraag te stellen of processen de klant optimaal bedienen. En zo nee, dan kan informatie over wat fout gaat snel worden vertaald in procesverbetering.

–       Intern en extern vloeien steeds meer in elkaar over. In de industriële samenleving was de interne organisatie strikt gescheiden van de externe. In de loop van de jaren negentig zijn de organisatiegrenzen gaan vervagen. In de nieuwste organisatievormen zijn binnen en buiten communicerende vaten geworden. Vandaar de horizontale lijn die van solide overgaat in stippels. Verbeterde informatiesystemen maken het in deze samenwerkingsverbanden goed mogelijk om het mijn en dijn uit elkaar te houden, om overzicht te houden over de vaak tientallen samenwerkingsverbanden die een organisatie heeft en om door middel van informatiedeling processen over organisatiegrenzen heen te optimaliseren.

–       Iedereen wordt manager. Het is populair om te roepen dat management dood is, maar de realiteit is dat iedereen manager is geworden. Door IT ondersteund, gaat iedereen managementtaken uitvoeren zoals planning, verdeling van werk en monitoring van voortgang. Nieuwe organisatievormen zijn dus niet het einde van het management, maar de definitieve triomf ervan: iedereen managet. Dit is mogelijk omdat informatie verzamelen, interpreteren en delen veel goedkoper is geworden. Manager als aparte baan wordt minder nodig. In de business unit was de hiërarchie van managers juist de meest efficiënte manier om informatie tijdig, tegen acceptabele kosten op de juiste plaats te krijgen.

Deze blog is eerder gepubliceerd op www.sioo.nl.