De drie bouwstenen voor de organisatie van de toekomst

Vraag aan de gemiddelde mens een organisatie te tekenen en er volgt nog regelmatig een variant op de bekende hark met lijn, stafafdelingen en directie. In essentie zijn deze drie organisatiebouwstenen terug te voeren tot de ontwikkeling van de functionele organisatie bij de Amerikaanse spoorwegen rond 1840. Organisatieland is echter erg in beweging en na meer dan anderhalve eeuw is het tijd om deze bouwstenen eens te herzien. Daarom zou ik graag een nieuwe driedeling willen voorstellen. Ik zie moderne organisaties als een samenstel van drie bouwstenen: een ‘agile’ of wendbare organisatie, een platform en een ecosysteem. Samen zijn dit de bouwstenen van de informationele organisatie: de organisatie waarin het verwerken van ontastbare zaken als data en beelden van meer economische betekenis is dan fysieke processen.

Steeds meer organisaties worden informationeel. Het gaat niet alleen om de Googles en de Apples. De politie gebruikt steeds meer data om criminelen op te sporen. Online surveilleren gaat steeds meer opleveren dan fysiek de straat op. Gegevens over patiënten spelen een steeds belangrijkere rol in preventie, diagnosticeren en behandelen. Patiëntdata worden van groter belang dan de expertise van de arts. Op basis van data over vliegtuigmotoren, kan steeds beter onderhoud worden gepland. Data die voorkomen dat een vliegtuig onverwacht aan de grond moet staan leveren meer geld op dan het repareren van motoren. Sensoren monitoren de kwaliteit van dijken.  Informatie over de conditie van dijken spaart kosten en verhoogt de veiligheid. Dit zijn maar enkele voorbeelden die laten zien hoe het verzamelen, bewerken en delen van data meer baten oplevert dan traditionele fysieke processen. Althans, als organisaties hun organisatievorm op informationele leest schoeien.  Het benutten van de kansen die data biedt, vraagt om een ander type organisatie dan waar de industriële maatschappij om vroeg. Dat betekent werken aan een agile organisatie, platforms en ecosystemen.

Drie buzzwords tegelijk, hoor ik u denken. Dat is inderdaad één van de sterke punten van dit idee. Een ander sterk punt is dat deze drie bouwstenen van de informationele organisatie het mogelijk maken om in kaart te brengen of een organisatie klaar is voor de eisen die de informatiesamenleving stelt. Veel organisaties hebben al wel de losse ingrediënten van de informationele organisatie in huis, maar nog niet een samenhangend beleid gericht op het verknopen van die drie.

De informatiesamenleving vraagt om een interne organisatie die wendbaar (‘agile’) is. Wendbaarheid is nodig om snel in te kunnen spelen op nieuwe ontwikkelingen. Een organisatievorm als die van Spotify (ook in gebruik bij ING) is daar helemaal op ingericht. Door beslissingsbevoegdheid laag in de organisatie te leggen, wordt het risico dat besluitvorming te lang duurt geminimaliseerd. In een wereld waarin snelheid van groot belang is, is dat van grote waarde. Er zijn verschillende manieren waarop wendbaarheid kan worden vormgeven: de netwerkorganisatie, de multidimensionele organisatie, holacracy en de procesorganisatie zijn enkele voorbeelden.

De wendbare organisatie is nodig om het platform van de organisatie te bouwen en te verstevigen. Een platform is een gedeelde basis van technologieën, standaarden, competenties etc. op basis waarvan meerdere toepassingen kunnen worden ontwikkeld (Kreijveld, 2016). De bekendste platforms zijn online platforms als Google, Apple en Facebook. Deze verschaffen technologie aan ontwikkelaars van apps, die deze gebruiken om een leuk appje te maken. Een platform kan ook offline bestaan. Een voorbeeld hiervan is het platform van een autoproducent. Het basisontwerp en de motortechnologie vormen een standaard waarop leveranciers zich kunnen baseren wanneer zij onderdelen en accessoires ontwikkelen. De toepassingen zijn niet alleen in de profit sector te vinden. Wanneer alle elektronische patiëntendossiers in een database zouden zitten dan is dat een platform dat een wereld van mogelijkheden biedt om door die data heen te zoeken naar allerlei verbanden tussen ziektes en behandelingen die we nu nog niet kennen. Maar het maakt ook mogelijk voor medepatiënten, zorgverleners of verzekeraars om patiënten te benaderen met een voorstel (of dat wenselijk is, is vraag twee).

Het derde element van de informationele organisatie is het ecosysteem. Anders dan bij traditionele organisaties houdt de informationele organisatie niet op bij een juridische organisatiegrens. Alle partners die zijn aangesloten op het platform behoren ook tot de organisatie. Het voeden en verstevigen van dit partnernetwerk is een belangrijke taak van het management. Immers: hoe sterker je partners zijn, hoe sterker je zelf staat.

Sommige organisaties, zoals de grote online bedrijven, zijn geboren als informationele organisatie. De meeste andere moeten de overgang van de hark naar de informationele organisatie nog maken. Om nieuwe wegen te vinden is het niet behulpzaam om dat te doen met het frame van de hark in gedachten. Door naar de eigen organisatie te kijken vanuit het raamwerk van de informationele organisatie krijgt een organisatie zicht op nieuwe opties voor ontwikkeling. Relevante vragen daarbij zijn:

          Hoe wendbaar is onze interne organisatie?

          Welk deel van onze organisatie leent zich ervoor een platform te worden?

          Hoe maken we dat platform interessant voor ons ecosysteem?

          Hoe verknopen we de drie elementen op een samenhangende manier met elkaar?

          Wat is de route daar naartoe wanneer we nog met mensen en middelen zitten die nog niet de vaardigheden hebben om in een informationele organisatie te werken?

Genoeg werk te doen dus.

Deze blog is eerder gepubliceerd op www.sioo.nl.